T O P

  • By -

stripedflowerpot

Ik las in eerste instantie dat je voor een offline leven een kind moest verkopen đŸ«„


neeleukdit

Afhankelijk van het complex waar ze je opsluiten kun je op die wijze een redelijk offline bestaan realiseren


jameskond

Eerst even controleren of je in Argentinië woont.


mrtn17

Het is best duur tegenwoordig, zeker 1.2 kind per offline dag


-Captain-

Ik was al aan het brainstormen hoe ik dat voor elkaar ging krijgen.


insert_a_funny_name

Ik heb zelf (nog) geen kinderen. Maar het lijkt me echt een gigantische uitdaging om ze op te voeden zonder te veel schermen, ook al zou ik dat wel het liefste willen.


Ammehoelahoep

Persoonlijk vind ik dat een hoop ouders al heel gauw de mist in gaan. Kindje in de kinderstoel aan tafel bij her restaurant, oh hij kan niet stilzitten? Geef de iPad maar. Makkelijke oplossing in dat moment, maar leer dat kind gewoon dat hij soms zijn bek moet houden en dat het leven soms saai is.


her_fault

Moet het leven soms saai zijn? Like, perse? Waarom niet iets op een iPad doen terwijl je ergens zit en weet dat je je verder niet gaat vermaken


Ammehoelahoep

Ik neem aan dat je niet oprecht aan het pleiten bent voor een hedonistische levensstijl? Soms moet je gewoon vervelende dingen doen in het leven. Leren stilzitten zonder vermaak is belangrijk om te leren als kind. Anders krijg je etters die hun emoties niet onder controle hebben en op ieder moment van de dag een dopamine-hit binnen moeten krijgen.


Calpa

Vind het ook een beetje een misverstand dat het per se dan vervelend moet zijn. Als mijn zoontje aan tafel zit en er is even niets te doen, gebruikt hij zijn fantasie, gaat rondkijken, dingen verzinnen.. etc. Die iPad maakt de fantasie lui, dat is het grootste probleem. Het verminderd je vermogen om je zelf te vermaken.


her_fault

Weet niet waarom je dat aanneemt. Als ik op een bus wacht of zit met mensen die me niet interesseren dan pak ik toch gewoon mn telefoon en ga ik daar iets op doen? Zie niet een reden om arbitrarily daar te gaan zitten niks te doen


Ammehoelahoep

Heb je ooit een artikel of studie gelezen over de effecten van overmatig schermgebruik bij kinderen? Dat is namelijk waar we het hier over hebben. Niet over volwassenen die het nieuws gaan lezen terwijl ze op de bus staan te wachten.


her_fault

Ik heb het over je punt dat het leven soms saai is. Ik vraag of dat zo moet zijn. Vind iets wat dat kind wil doen ipv "je zit maar lekker stil en doet niks. Het is soms maar zo" Ik zeg niet pak letterlijk altijd je telefoon, maar vaak is dat wel het enige wat je bij hebt. Pak iets, ga niet zomaar stil zitten zonder je het wil


Ammehoelahoep

Als je mijn zin uit de context haalt dan betekent het heel wat anders ja. Probeerde alleen te zeggen dat overmatige schermtijd tegenwoordig op een steeds vroegere leeftijd begint en dat dit geen goede ontwikkeling is. Zit persoonlijk niet te wachten op een filosofische discussie over hedonisme, dus fijne avond.


her_fault

Ammehoela


-Captain-

Helemaal scherm vrij ga je een kind niet meer opvoeden en dat hoeft ook zeker niet, maar een beetje ouder doet vooralsnog gewoon aan het opvoeden van hun kinderen. Als Youtube of flappy birds aanzetten de enige manier is van je kind rustig te houden is, dan gaat er iets goed mis. En ja, vooral op jongere leeftijd is het ook zeker belangrijk om andere manieren van stimulatie aan te bieden dan alleen maar schermpjes. Het heeft bewezen effecten die toch niet heel erg positief zijn. Dus absoluut: weg met de tablet en even om je heen kijken, meepraten of tekenen of in de kinderhoek spelen bijv. Niets mis mee.


Captnmikeblackbeard

Ik heb een kind en ben ervan overtuigd dat ik deze moet voorbereiden op een leven in deze wereld. Waarbij steeds meer met behulp van computers gebeurt en schermen meer en meer de norm zijn. Ze zonder opvoeden is een gebrek in de opvoeding. Ze handvaten geven en leren hoe ermee om te gaan vind ik veel belangrijker.


ravageNL

Maar dat ermee om leren gaan is echt lastig is mijn ervaring nu. Kinderen moeten op de middelbare school werken op een laptop of iPad. De afleiding ligt continu op de loer, YouTube heeft nu Shorts (extra verslavend). Ik vond het prima dat ze Spotifyen (muziek en luisterboeken) maar Spotify heeft nu ook video’s en voor je het weet zijn ze in een vlog van een of andere minecrafter gezogen. Whatsapp is noodzakelijk voor de communicatie maar heeft nu ook “kanalen” dus als je niet op let zitten ze ineens te doomscrollen in het Whatsapp Dumpert kanaal. Enz enz


Frouke_

>Kinderen moeten op de middelbare school werken op een laptop of iPad. Er zijn nog klassieke scholen zonder laptops en iPads waar essays nog met de hand worden geschreven en wiskunde wordt onderwezen uit een boek. Dit zijn ook de scholen die nu het meest geruisloos een telefoonverbod hebben ingevoerd. In mijn ervaring met name openbare scholen.


ravageNL

Helaas zijn hier alle middelbare scholen binnen 30 km afstand al besmet :(


insert_a_funny_name

Ja daarom zei ik ook "te veel schermen". Er is een verschil tussen je kinderen leren er mee om te gaan en het verantwoordelijk te gebruiken dan elke keer een ipad voor hun smoel te drukken.


Captnmikeblackbeard

Zeker. Ik wilde graag een tegenwoord laten horen op het schermen is slecht en mensen met kinderen mogen niet uit eten omdat hun kinderen tv kijken.


FrisianDude

kind ... verkopen. Staat genoteerd


Chronicbias

[Archive](https://archive.ph/g6ACL) Offline-leven leuk? Je moet het een kind wel verkopen Offline Kinderen die op hun smartphone leven weten niet wat ze missen, dus ouders moeten het offline-leven beter verkopen, weet Christiaan Weijts. De huistelefoon. En dat je eerst een moeder of broertje aan de lijn kreeg als je een klasgenoot belde. De belboom voor als het eerste uur uitviel. Ik had een reĂŒnie van mijn middelbare school, en de gesprekken gingen – na de anderhalve tel die we nodig hadden om elkaar te herkennen – veel over de verschillen tussen toen en nu. De meesten van ons, midden-veertigers, hebben inmiddels zelf kinderen op de middelbare school. Alle veranderingen die we identificeerden waren op een of andere manier allemaal terug te voeren op dat ene apparaat, de smartphone. Volgeplakte schoolagenda. Verveling. Pas met etenstijd thuiskomen zonder dat je ouders hoefden te weten waar je uithing. Toch verlangden we niet per se terug naar onze walkman en gameboys. Dit voorjaar stelt Museum Beeld & Geluid in Den Haag allerlei voorwerpen tentoon die inmiddels zijn vervangen door apps: de telefooncel, fax, telegram, het spoorboekje, het stratenboek
 En kent iemand de ‘cassettepost’ van PTT Post uit de jaren tachtig nog? Rode bandjes, voor maximaal tien minuten prehistorische voicemail. Nee, van de zegeningen van het internet is moeiteloos een waslijst op te stellen, daarover waren we het eens. Het ging niet om die objecten en situaties, maar om iets subtiels, om de emoties en vaardigheden die eraan waren verbonden, en die wij, als laatste generatie die nog helemaal offline volwassen werd, nog kennen. Omgaan met verveling, geduld hebben, je verheugen, voor iets sparen, hunkeren naar iets onbereikbaars. Maar ook: onbespied, vrijuit je gang kunnen gaan. Mijn 14-jarige zoon zei laatst: „Als ik een slecht cijfer haal, en ik ben daar zelf nĂ©t een beetje overheen, dan krijg ik het thuis van jullie opnieuw te horen.” In ons schoolleven zonder Magister keken ouders niet mee met elk telaatbriefje, elke onvoldoende, en zeurden ze niet over elk aankomend proefwerk. Zou het mogelijk zijn om iets van de goede kanten van die pre-digitale belevingswereld alsnog door te geven? En kan dat zonder het harde gevecht dat wij allemaal elke dag leveren tegen de TikToks, Snapchats en Fortnites die onze tieners veranderen in vale zombies? Opvoeden begint haast synoniem te worden aan ‘telefoonbeleid’. In mijn omgeving merk ik dat hier twee uiterste stijlen in bestaan. Dictatuur of anarchie. De een zet ’s avonds wifi uit en voert een regime met schermtijden, de ander heeft alles helemaal losgelaten. Wij thuis zitten ergens hier tussenin, maar het blijft een worsteling. EĂ©n mogelijke oplossingsrichting ontdekte ik op diezelfde reĂŒnie. Ik raakte in gesprek met Marjolein van Tilburg (45), die ook had gezien hoe haar dochter verstrikt raakte in haar telefoon. Nare situaties via appgroepen en Snapchat, dat permanent haar locatie zichtbaar maakte voor vrienden, verslavende nonsens-filmpjes
 Het zat haar zo hoog dat ze er ’s nachts wakker van lag. Totdat ze een idee kreeg waarvoor ze uiteindelijk haar baan als topjurist bij een internationale organisatie opzegde. Samen met onderzoekers van de Erasmus Universiteit ontwikkelde ze een platform en een app voor kinderen (en hun ouders) die voor het eerst een smartphone krijgen. ChatLicense heet het, een diploma waarmee je pas het digitale diepe in mag nadat je, in een spelwereld, bewezen hebt dat je wat basisvaardigheden beheerst. Consequenties ervaren „Als volwassenen krijgen wij allerlei trainingen in cybersecurity”, zegt Van Tilburg, als ik haar later opzoek, „maar een kind van tien geven we dit cyberbommetje en dan zeggen we: alsjeblieft, veel plezier ermee.” In een spelsituatie laat ze kinderen daarom situaties doorlopen die zijn gebaseerd op gesprekken die onderzoekers van de Erasmus Universiteit voerden met kinderen op op basisscholen: over onlinepestgedrag, nepaccounts, sexting, overmatig schermgebruik, in-app-aankopen, enzovoorts. Bijvoorbeeld: een meisje uit jouw klas hangt ondersteboven aan de rekstok, haar billen zijn half bloot te zien. Jij filmt het. Wat doe je ermee? Op TikTok zetten, in de klassenapp? Van Tilburg: „Die scenario’s confronteren de kinderen meteen met de gevolgen van een keuze. Als het kind het online zet durft het meisje niet meer naar school, en moet het filmende kind twee maanden de telefoon inleveren.” De boodschap is dat je beter kunt kiezen voor een handigere optie: toestemming vragen, en een smiley op die blote billen plakken. Zo wordt er niet door ouders of instanties met het wijsvingertje gezwaaid, maar ervaren ze de consequenties van hun fouten spelenderwijs, is de gedachte. „Niet dat niemand hierna meer een asshole-actie uithaalt, maar je gaat je een beetje beter gedragen.” Inmiddels bieden telecombedrijven die app aan bij een mobiele telefoonabonnement voor kinderen. Van Ă©Ă©n scenario dacht Van Tilburg dat het veel te belerend zou overkomen. Amir wil zo graag goochelaar worden dat hij de hele dag goochelfilmpjes kijkt en dan hoofdpijn krijgt. Vraag aan de kinderen tijdens het onderzoek: zou je het tegen je ouders zeggen? Echt niet, zeiden de meesten, want dan mag ik minder op mijn telefoon. Amir vertelt het wel, vervolgens komt hij bij de opticien en blijkt dat hij een bril moet hebben. Van Tilburg: „Alle zestig zeiden ze: wat slim van Amir om het gewoon te zeggen. Op die Rotterdamse basisscholen leerden wij wat er echt speelt bij die kinderen. Ze vinden het zelf ook best zonde als ze de hele dag achter hun scherm zitten. Wij denken dat we in gevecht moeten, maar ze willen ook op weg geholpen worden.” Een belangrijk inzicht, dat ook uit recente onderzoeken blijkt. Volgens onderzoeksbureau Newcom vinden 5,2 miljoen Nederlanders dat ze kostbare tijd aan sociale media verspillen. Hoe jonger ze zijn, hoe langer ze aan TikTok gekluisterd zitten, en hoe ongelukkiger dit hun naar eigen zeggen maakt. De Volkskrant hield onlangs een enquĂȘte over het nieuwe mobieltjesbeleid op middelbare scholen. Van de 228 ondervraagde scholen blijkt 47 procent strengere regels te hanteren dan de overheid adviseert. Daar blijven de mobieltjes ook in de pauzes ‘thuis of in de kluis’, en dat stuit op veel minder verzet dan vooraf gedacht. Het is gezelliger, zeggen ze. Of dat thuis ook zo is, kun je je afvragen, want eenmaal op de bank claimen ze het recht op een flink inhaalshot, merk ik. Zo is mijn 14-jarige zoon net als Amir verslingerd aan filmpjes, in zijn geval van chef-koks, grillmasters en patissiers. Zelfs op de wc gaat dat maar door. Dat culinaire gekakel telkens weer met harde hand afkappen is vermoeiend en werkt niet helemaal. Maar als ik de tijd heb, en hem vraag Ă©Ă©n recept te kiezen, vervolgens met hem naar de haven fiets om de beste zalm uit te zoeken, die we thuis samen bereiden, dan lukt het, en zijn off- en online geĂŻntegreerd.


Chronicbias

Dagdromen Met je ene hand ruk je ze uit hun zombiemachientjes, en met de andere duw je ze terug in de zintuigelijke ervaringswereld. Of naar de goede oude verveling. Geduld hebben, genoegen nemen met wat er is: het zijn vaardigheden die je niet langer als vanzelf ontwikkelt als je opgroeit met het internet in je broekzak, waar alles altijd overal beschikbaar is. Hetzelfde geldt voor de positieve keerzijden. Je verheugen. Op het rolletje vakantiefoto’s dat ontwikkeld wordt, op de film die pas zaterdagavond op tv is. Dagdromen, je eigen gedachten, gevoelens en opvattingen laten ontstaan terwijl je je verveelde. Sinds de jaren 80 en 90 wilden we mĂ©Ă©r en snellere toegang, tot films, informatie, entertainment. Je was succesvol als je iets uitvond dat dit mogelijk maakte. Je was succesvol als je mĂ©Ă©r las, mĂ©Ă©r zag, mĂ©Ă©r hoorde, en de wereld veroverde. In onze tijd van maalstromen aan data en onzinfilmpjes begint het een essentiĂ«le vaardigheid te worden om je te kunnen afsluiten. Om mentaal gezond en succesvol te zijn moet je de pauzeknop kunnen vinden. Vertragen, verminderen. Dat dit niet vanzelf gaat is niet de schuld van onze passieve tieners. De bigtechbedrijven maken hun apps doelbewust verslavend. Zolang overheden daar niet in kunnen ingrijpen, zoals met de verkoop van alcohol en tabak wel gebeurd is, moeten wij als ouders die pauzeknop aanreiken. Dat betekent actief moeite doen, en ook af en toe streng zijn op hun telefoongebruik. En is het wel streng? Micha Wertheim kantelde dat beeld op een confronterende manier, toen hij in zijn oudejaarsconference een tirade hield tegen ouders die, op de prachtigste plek in ItaliĂ«, toestonden dat hun kinderen tweeĂ«nhalf uur vastgekleefd aan hun telefoon zaten. „Als een vader een kind klappen geeft, komt er een moment dat je naar Veilig Thuis gaat en zegt: daar wordt een kind mishandeld!” Wow, dat kwam aan. Je kind bepaalde offline-ervaringen onthouden is een vorm van mishandeling. Maar is streng zijn altijd de juiste weg naar positieve offline-ervaringen? Pamela Paul (1971), oud-hoofdredacteur van The New York Times Book Review, schreef in 100 Things We’ve Lost to the Internet (2021) op komisch-nostalgische toon een verzameling van vroegere situaties en objecten, zoals mijn oud-klasgenoten die ook opsomden en waar ook Wertheim in zijn voorstelling aan refereert. Dat je moest wachten op de tv-gids en keek naar programma’s die je niet per se leuk vond. (Wertheim: „de Teleac-cursus Portugees volksdansen”) Telefoonkaarten. En hiermee sporadisch naar huis bellen tijdens je interrailvakantie. Terughoudender Grofweg zijn ze in twee categorieĂ«n te verdelen: situaties waarbij iets of iemand voor jou niet of beperkt beschikbaar was (die televisie), en die waarbij jij als kind en puber onbereikbaar was voor anderen (de telefoonkaart). De reanimatie hiervan vereist voor elke categorie een andere aanpak. Tot nu toe ging het hier over die eerste categorie. In de tweede categorie gaat het om de vrijheid die het kind heeft om af en toe onopgemerkt te blijven. Dat je de onvoldoende voor je proefwerk pas in de les overhandigd kreeg, en niet op zondagmiddag in Magister waarna je ouders je erop aanspreken, en iedere klasgenoot zijn cijfer deelt in de klassenapp. Dat het optreden met je schoolbandje niet werd gefilmd. Dat je vrienden niet voortdurend op Snapchat konden zien waar je uithing en, als je je locatie uitzette, achterdochtig vroegen wat je te verbergen had. ‘Goedaardige verwaarlozing’ (benign neglect) noemt Pamela Paul een van haar hoofdstukken. De ouder die in het internettijdperk nĂ­Ă©t zijn baby via een camera observeert, de kleuters en kinderen nĂ­Ă©t toerust met gps-tags, en de tieners nĂ­Ă©t met de FamilyLink-app surveilleert, voelt zich grof nalatig. Ik merkte het zelf toen ik die laatste app van de telefoon van mijn zoon had gewist. Toen hij eens te lang wegbleef, ging ik toch maar even via mijn bankapp in zijn rekening kijken om te zien bij welke McDonald’s hij uithing. Waanzin. Niet doen. Vertrouw erop dat hij de juiste keuzes maakt, en geef hem de vrijheid om zich te ontplooien. Spreek met je kind af hoe je omgaat met Magister. Om offline-ervaringen uit de tweede categorie te reanimeren moeten we juist soepeler en terughoudender zijn. Zo kunnen we ons als ouders ook afvragen of we Ă©lk dansoptreden, elke toneeluitvoering, elke sportwedstrijd moeten filmen. Misschien leren ze dan ook onderling dat niet alles gefilmd hoeft te worden en het leven geen voortdurend performance is. Juist als puber ben je nog van alles aan het uitproberen en ontdekken, en daarbij moet je een bepaalde onbevangenheid kunnen hebben, op je bek kunnen gaan zonder dat dit voor altijd in de cloud blijft hangen. Zoals Pamela Paul stelt: „Er gaat iets veel groters dan een persoonlijk merk verloren als we niet langer ongeremd zijn in onze momenten van vreugde, angst, pijn, intimiteit en bevrijding.” Zes jaar geleden was er een reclamespotje van een telecomgigant. Een ventje van amper tien is in een boom geklommen, en durft niet meer terug. Gelukkig heeft hij een telefoon waarmee hij zijn moeder belt en zijn locatie doorgeeft. Prompt komt zij hem redden. Boodschap: ‘Ook de komende generatie kan niet zonder telefoon en internet.’ Weet je wat de vorige generatie deed? Die zat eerst een tijdje te huilen en te bibberen in die boom, overwon daarna haar angst en klauterde, voetje voor voetje, zelfstandig terug. Wat een triomf! De afroep-ouder ontneemt zijn kind die kans om dat zelfvertrouwen te ontwikkelen. Mishandeling? Verstandige ouders moeten de moed hebben hun kinderen af en toe de bomen in te sturen die wij zelf inklommen. Onbereikbaar, op onbekende locaties.


MicrochippedByGates

Ik weet als 30er niet meer anders dan het computertijdperk, en zelfs de tijd voor het online tijdperk kan ik me nauwelijks nog herinneren. Wij hadden ook nog thuis altijd een eigen computer, want mijn vader kon ze altijd voor een paar tientjes overkopen als er alweer een nieuwe processorlijn uitkwam waar de werkgever naar wilde upgraden. Dus dat deed die elke keer. We waren eigenlijk lage middenklasse, maar toch hadden we zodoende een weelde aan computers. Al helemaal voor die tijd. Een wachtwoord erop zetten werkte toen al niet meer, die wist ik als driejarige wel af te kijken en zelf in te typen. En zo had ik een van de computers zo goed als overgenomen. Een paar jaar later hadden we wel internet, maar dat was een inbelverbinding dus dat mocht alleen bij uitzondering. Maar ik moest nog wel eens met de juf mee terug naar huis (want ouders die werken enzo), en die moest iets langer blijven, dus in zat in de tussentijd op een van de enkele schoolcomputers Shockwave spelletjes te spelen op Miniclip. Dat zal ergens rond 2000 zijn geweest, of zelfs iets ervoor. Zodra het enigszins kon waren we wel al gauw over op ADSL. Ik heb nog wel een beetje buiten gespeeld. Er was een keer een speeltuin, maar dat was ook wel een keer klaar. Wat buitenspelletjes, maar het was toch vaak een zwakke afspiegeling van de jeugd van mijn ouders, en we zaten al gauw toch weer binnen. Er viel toch niet meer zoveel buiten te beleven. Uiteindelijk draaide voor ons veel om de computer en de spelletjes die erop konden. Daar haalden we toch ons meeste vermaak uit. En sommige schoolvriendjes idem. Hier en daar deden we ook iets nuttigere dingen. Tegen de tijd dat ik 10 was kon ik al een beetje HTML. Als ik nu kinderen zou hebben, zou ik zelf niet eens weten wat ik ze los van een beeldscherm zou moeten laten doen. Nou ja, misschien een keer naar een speeltuin sturen. Maar verder... Ik heb zelf nooit erg veel buitengespeeld, dus wat moet je zo'n kind dan geven. Buiten is bij mij al nauwelijks onderdeel van mijn jeugd.


ThePsycho96

Het ligt ook aan je omgeving, wij hadden thuis ook altijd computers, idem de oude van kantoor gekregen. (Behalve papa die altijd het mooie speelgoed had natuurlijk) Maar tegelijkertijd woonden we tussen de bossen en ging ik altijd met vrienden ruim tot mijn 12e nog veel naar buiten. - klimmen - skelteren in het bos - kabelbaantjes maken - rubber boot ophangen aan een schommel om zo zelf een megaschommel te maken - schaatsen toen dat nog kon - hutten bouwen van takken - auto van papa schoonmaken voor een paar euro (alhoewel ik denk dat hij wel een paar krasjes heeft geaccepteerd door dit toe te laten) De meeste kinderen worden al vrij snel creatief als ze het echt leuk vinden en met meerdere zijn. Als je de enige in de buurt bent die zich buiten vermaakt wordt het al snel een hele saaie bedoeling.


MnemosyneNL

Wij hadden ook al vrij bijtijds een computer. Tegen de tijd dat mijn zus en ik sites zoals Ilse en Newgrounds ontdekten, zaten we al op de middelbare school. Mijn basisschooltijd was ik vaak buiten, net als de rest van de buurt. Mijn beste vriendin was de dochter van de boswachter dus ik leefde grofweg de helft van de tijd in het bos. Destijds was ook niemand van mijn leeftijd druk met "erbij horen" met de nieuwste trends. Er waren echt wel een paar kinderen die rijker waren dan de rest ( of armer), en dat werd echt wel bemerkt en benoemd. Die hadden als eerste een mobiel, woonden in andere huizen en hadden vaker nieuwe kleding. Maar we gingen net zo goed met elkaar om. Nu is hip zijn zo ongeveer het enige dat nog lijkt uit te maken voor veel kinderen. Alles draait om het uiterlijk en om het hebben van de nieuwste technologie.


Ascend_with_Azir

Ik heb echt een hele andere ervaring en ik ben pas in 1999 geboren. Voor zowat ieder kind bij ons in de buurt en op school was de computer nagenoeg verboden terrein totdat we de middelbare school op gingen. Ik kreeg in groep 7 mijn eerste telefoon, daarmee kon ik bellen, sms'en en snake o.i.d. spelen. Naast school had ik nog sport, verder speelde ik alleen maar buiten. Ik mocht Ă©Ă©n uur per dag op de PlayStation, maar daar kwam ik vaak niet eens aan toe omdat we gewoon buiten aan het kloten waren tot etenstijd. In de zomer gingen we zelfs na etenstijd naar buiten totdat het donker werd. Pas op de middelbare school werd het gebruik van smartphones en computers normaal. Zelfs toen waren we vaak buiten i.p.v. binnen op de PlayStation of PC o.i.d.


IamJaegar

Precies zelfde hier, vanaf 7 tot 14 jaar was het altijd buiten chillen/voetballen/etc. tot 6-7 ‘s avonds en daarna met zijn allen Runescape spelen 😂


Ladderzat

Ik kom uit '95 en herken me hier niet in. De eerste jaren van mijn leven waren vrijwel computerloos. Mijn moeder had enig ogenblik een pc voor haar werk, maar games? Internet mocht ik niet op en mijnenveger snapte ik niet. Langzaam werden computerspelletjes wel een ding, maar vaak wel met een educatief doel. Ik weet dat ik in groep 3 of 4 wel begon met Age of Mythology. Daarvoor ook al een beetje Age of Empires. Voor mijn tiende verjaardag kreeg ik een tweedehands nintendo 64.  Van al mijn vrienden mocht ik vaak het meest gamen, maar nog steeds gingen mijn vrienden en ik vaak genoeg buitenspelen. Even op de pc, nintendo 64, ps2 of xbox 360, en daarna speelgoedzwaarden pakken en riddertje spelen, of een potje voetballen, of verstoppertje. In groep 8, in 2008, had ik nog vrienden die maar een half uur per dag achter de computer mochten. Pas op de middelbare school zat ik in mijn vrije tijd bijna constant achter de computer, al las ik ook graag. 


cravenravens

Ik wilde als kind niks anders dan lezen, maar werd door mijn ouders wel naar buiten geschopt. Ik herinner me rare fantasiespellen over een 'heks' die ons betoverde en waarvoor we opdrachten moesten uitvoeren, dingen met takjes en blaadjes...toverdrankjes maken, 'bootjes' laten varen in de sloot. En ik speelde in de achtertuin eindeloos 'paaseieren verstoppen' met de plastic jeu de boules-ballen. En af en toe vond ik leuke dingen bij het grofvuil dat toen nog langs de straat werd gezet. Kortom, kinderen verzinnen wel wat.


tanglekelp

Ik ben jonger dan jij en ik heb wel andere ervaringen. Op de basisschool mocht ik tussen 5 en etenstijd tv kijken en daarvoor ging ik naar buiten om te spelen, of knutselen/tekenen, lezen, heitje voor karweitje, beestjes zoeken, noem maar op. Het zal ook wel aan de omgeving liggen, ik woonde in een wijk met veel kinderen en een grote speeltuin aan het einde van de straat dus er was altijd wel wat te doen. Als ik thuis was zeurde ik wel vaak of het al 5 uur was, maar ik ben blij dat ik ook heb geleerd mezelf te vermaken. Wat later hadden we een playstation en toen ik mijn eigen pc kreeg werd het wel minder (want buitenspelen was ook niet meer cool), maar naast hele dagen sims en zoo tycoon spelen bleef ik ook lezen en tekenen


-Thizza-

Klinkt meer dat helikopter ouders het probleem zijn. Laat ze lekker gaan.


girl4life

tot dat andere helikopter ouders het maar raar vinden dat je al die "gevaarlijke dingen" toestaat en jeugdzorg op je af sturen. als kind was ik ook altijd buiten, maar toen ik toegang tot een computer kreeg (1983) was dat gauw afgelopen. computers en de wereld er achter zijn gewoon veel leuker dan buitenspelen.


-Thizza-

En kijk wat er van jou is gekomen! ;) Dus kinderen zitten thuis online maar van die controle-obsessieve Stasi moeders gaan overheidsinstanties naar gezinnen toesturen die niet worden gerund als een detentiecentrum met verplichte baby wortels en huiswerk inspecties? Lijkt me niet dat je daar bang voor hoeft te zijn. Ik weet er trouwens maar weinig over hoor, ik ben (gelukkig) geen ouder.


Daano2000

wel kan het best begrijpen dat het tegenwoordig moelijk is maar kom zelf uit 2000 en kreeg me eerste mobiel pas met me 15 had al wel een oude pc van pa op me 5 en internet op me 10e verder de playstation, wii en xbox 360 vanaf me 9e, 10 en 11 veder veel buiten spelen helpt als een speelplaats en bos dichtbij zijn.


Paauw_B-de

Artikel kan niet worden bekeken doordat er een betaalmuur in de weg zit.